Doelen, Geen categorie, Positive Thinking

Quote of the month of July 2017

 

Al op de basisschool wordt er aan je gevraagd: wat wil je worden als je later groot bent? Schijnbaar is het nodig dat je vanaf de middelbare school je pad voor de toekomst al volledig hebt uitgestippeld. Ik zelf riep al jaren dat ik juf wilde worden, dus daar zette ik op in. De Havo en daarna naar de PABO en dan de rest van mijn leven voor de klas! Groep 8 zou het zijn, wow dat wilde ik!

Na de CITO toets kwam de schok: ik zou de HAVO niet aan kunnen en de school waar ik me in eerste instantie voor had aangemeld wilde dat ik nog een extra toets deed. Na die toets wilden ze mij geen kans geven op hun school en moest ik mijn pad voor de toekomst al gaan wijzigen. Ik ging naar een andere school, startte op een lager niveau en deed wat ik moest doen. Na de kerstvakantie mocht ik dan toch naar de Havo.  Twee jaar lang ging dit prima, maar in het derde jaar ging ik onderuit. Ik voelde me niet op mijn plek op deze school en ook niet in mijn klas. Hoewel de wiskundedocent me de laatste toets meermalen liet maken, bleef ik toch op 0,1 punt zitten. Gefrustreerd fietste ik naar huis en schreeuwde ik tegen mijn ouders dat ik er klaar mee was: ik wilde naar de Mavo en een andere school. ‘Prima. Ga maar regelen’ was de reactie van mijn ouders.

Dat was MIJN keuze. Ik wilde dat en ik deed het niet omdat iemand anders dat wilde. Dus ik ging op zoek naar en vond een andere school en vond er mijn draai. Door mijn keuze om naar een lager niveau te gaan, moest ik een omweg maken via de SPW (opleiding voor sociaal pedagogisch werker) naar de Pabo. Dat was mijn keuze en die voelde op dat moment goed, ondanks dat ik tijdens een economie les een keer dacht: ‘wow ik wil volgens mij totaal iets anders gaan doen’. Deze gedachte had ik weggestopt. Ik wilde toch gewoon juf worden? Iedereen vond dat zo bij mij passen, dat zou dan toch wel zo zijn?

 

Dus ik ging naar de Pabo, switchte twee keer van hogeschool en haalde vol trots mijn diploma op. Niet veel later had ik mijn eerste baan als juf te pakken. Bij de kleuters in groep 1/2 wel te verstaan: die groep 8 had ik al lang in de ijskast gezet: niet mijn ding. Na een aantal jaren voor de klas werd het me teveel en ik kwam 10 maanden thuis te zitten. Waardeloos voelde ik me. Ik raakte al in paniek als ik het logo van de school zag waar ik werkte. Ik krabbelde op en maakte een keus: ik moest niet zo zeuren. Dit was wat ik altijd wilde, ik moest gewoon doorbijten. Alles waar ik me aan stoorde ‘dat hoort er gewoon bij, niemand heeft het altijd 100% naar zijn zin op het werk’. Ik koos voor wat ik kende en stopte het gevoel van ‘ik doe niet wat ik echt wil’ heel ver weg in een klein doosje en gooide er een zware deken overheen.  Ik had ondertussen twee kinderen, een nieuw koophuis en stond voor de keuze voor wat ik wilde voor het volgende schooljaar. Ik koos voor een nieuwe school, nieuwe collega’s en nieuwe kansen. Twee en half jaar werkte ik me een slag in de rondte tot heel sneaky het ver weg gestopte gevoel weer uit zijn doosje kwam gekropen. Ik moest iets anders, dus ik verschoof van de kleuters naar de middenbouw ‘want dat is eigenlijk wat ik altijd wel wilde toch?’.  Ik werd in die periode door een soort coach begeleidt op persoonlijk vlak. Ik wilde uitzoeken wie ik was, wat ik wilde. Ik startte met een opleiding omdat ik iets anders wilde gaan doen. Ik werkte 4 dagen, deed een opleiding ernaast en oh ja, ik had ook nog een man, een gezin en een huishouden. Een sociaal leven not so much.

Dit hield ik een paar maanden vol tot ik na een drukke dag ’s avonds huilend op de bank zat en letterlijk zei: ‘IK WIL DIT NIET MEER!’

 

Op dat moment besloot ik om mijn baan op te zeggen en op zoek te gaan naar datgene dat ik zelf écht graag wilde. Ik stopte met de opleiding waar ik aan begonnen was en schreef me in voor een nieuwe opleiding. De dag na mijn laatste werkdag zat ik weer in schoolbanken. Man, wat voelde dat goed!

Ik heb mijn leven daarmee volledig overhoop gegooid. Ik had een vaste baan, die gaf ik op en ik had niks meer behalve een enorme motivatie om deze keuze tot een goed einde te brengen. De periode van zo’n 1,5 jaar daarop volgend ging door diepe dalen en over hoge bergen. Er zijn momenten geweest dat ik huilend in bed lag en me af vroeg of ik wel de juiste keuze had gemaakt en er waren momenten dat ik zó blij was met mijn gemaakte keus om deze weg te gaan volgen. Zo’n 9 maanden geleden (ongeveer zo’n 10 maanden nadat ik gestopt was met werken en gestart met mijn opleiding) viel er een puzzelstukje: iemand benaderde me voor een (tijdelijke) werkplek. In de maanden die daarop volgden vielen er steeds meer puzzelstukjes en vielen ze langzaam op hun plek. En onlangs viel het allerlaatste puzzelstukje op zijn plek en is het plaatje compleet: een nieuwe baan waar ik me ontzettend op mijn plek voel.

 

Was mijn keuze eng? Zeker wel. Waren er momenten dat ik dacht: waar ben ik aan begonnen?! Oh zeker, meer dan een paar keer! Heb ik er spijt van dat ik het heb gedaan? Absoluut niet! Ik ben super blij dat ik het gewoon ben gaan doen, omdat het oude werk / wijze van leven niet goed meer voelde. Ik heb mijn hart gevolgd en dat ik vele malen beter dan denken ‘had ik maar …..’. Volg je hart, doe waar jij je goed bij voelt hoe eng het ook is!

Family, Leven, MomLife

MomLife: ziek zijn

De afgelopen jaren hebben wij onze portie ‘kinderen die ziek zijn’ wel gehad. Zoon #2 heeft de eerste twee jaar van zijn leven grotendeels ziek doorgebracht. Elke week op een vaste dag werd hij ziek en het consultatiebureau, de huisarts en uiteindelijk de kinderarts gaven niet thuis. Zo frustrerend!

Gelukkig kwamen we er (nadat we een onderzoek geëist hebben) achter dat hij écht ziek was en waar het door kwam. Nu gaat het wat dat betreft echt een stuk beter.. Maar serieus, hoe vervelend is het als je kind ziek is??

Sinds hij zo ziek is geweest zit er een soort angst in mijn lichaam. Ik schiet volledig in de stress als één van de kinderen ziek lijkt te worden. Een aantal weken geleden begon het met zoon #1 die niet wilde eten van zijn favoriete maaltijd en zondag bleek uiteindelijk dat hij een buikvirus te pakken had. Ik hoopte nog dat het de rest van ons gezin zou overslaan, maar niets was minder waar. Ik begon zondagavond, zoon #1 ging maandag nog even door, ’s avonds begon manlief   en dinsdag aan het eind van de dag begon zoon #2.
Woensdag waren we alle vier ziek thuis: een unicum. Ik merkte al snel dat zoon #2 echt flink ziek was en het heftiger te pakken had dan wij. ’s Avonds wilde hij gelukkig weer eten dus we dachten dat hij er doorheen zou zijn.

Boy were we wrong!

 

 

Een zielig, klein en futloos vogeltje zat op de bank. Niks bleef binnen en uiteindelijk ’s middags bij de huisarts beland. Deze oordeelde dat hij een gemeen buikvirus heeft en dat het hem erger te pakken had dan de rest van het gezin. Dat was wel duidelijk ja!

Werkende ouders onder jullie weten het probleem waar je tegenaan kunt lopen wanneer je kind(eren) ziek is (zijn): opvang. In de baby- en peutertijd mag je ze niet ‘gewoon’ naar het kinderdagverblijf brengen, want ze kunnen anderen kinderen besmetten / aansteken. En ziek naar school, wordt ook niet echt gewaardeerd. Logisch, maar soms wel lastig. Wanneer je kind een keer ziek is, kun je een dag vrij nemen of bijv. een dag zorgverlof opnemen. Maar is je kind regelmatig ziek, zoals bij ons het geval was lange tijd, dan begint je baas toch echt wel te klagen kan ik zeggen.

We probeerden het om – en – om te doen: de ene keer manlief thuis, de andere keer ik. Toen de frequentie letterlijk om de week werd, begonnen onze werkgevers wel wat te protesteren. Begrijpelijk. Maar hoe los je dat op?!?! In ons geval hebben wij geen groot sociaal vangnet in de buurt. Mijn schoonouders werkten beiden en mijn familie woont helaas niet om de hoek. Uit pure frustratie en wanhoop zijn we enkele malen met de zieke (lees: spugende) kinderen naar mijn familie gereden de avond voor ik moest werken, zodat ze bij opa en oma konden zijn en wij konden werken. Een rit van zo’n 1,5u heen en natuurlijk ook weer terug. Waardeloos. Maar he, je moet wat!

De opmerkingen op mijn werk destijds waren niet van de lucht: “paracetamolletje er in en gewoon naar de opvang, merken ze niks van” of “laat gewoon iemand oppassen!”. Stoom kwam dan uit mijn oren, hóe kun je dat zeggen dacht ik dan. Het zijn ten slotte onze kinderen. Wij moeten dus voor ze zorgen.

Groen als ik me voelde, durfde ik er niks van te zeggen tot ik me uiteindelijk zo rot voelde dat ik inderdaad mijn kind met een zetpil naar de opvang had gebracht en dat toen de opmerking van een collega kwam ( ‘ja dat deed ik ook wel eens hoor, gaan ze niet dood van’). Kwaad heb ik mijn spullen heb gepakt en heb gezegd: dit voelt niet goed. Mijn kind is ziek en heeft mij nodig. Ik ga hem ophalen.

Hoewel ik zeer verbaasde en ook een aantal verontwaardigde blikken kreeg, ben ik nog altijd blij dat ik dat gedaan heb. Werk is maar werk, mijn kinderen hebben me nodig wanneer ze ziek zijn. Is het gemakkelijk? Nee. Zoek ik daardoor niet meer naar ‘andere oplossingen’? Zeker nog wel, maar wat niet lukt, lukt niet. Ik kan me niet in onmogelijke bochten wringen…

Zieke kinderen, het is waardeloos. Voor hen nog het meest, voor mij als ouder is het onpraktisch en vervelend, maar zij lijden het meest. Zoeken naar een balans, zoeken naar oplossingen en tegen (on)mogelijkheden aanlopen. Ik kon gelukkig snel weer aan het werk en terwijl zoonlief nog ziek was, werd er voor manlief voor hem gezorgd omdat deze zelf nog ziek was. Dit keer is het allemaal ‘op zijn plek gevallen’. Zieke kinderen, wat geeft het elke keer weer een hoop (kop)zorgen. En wat een opluchting als ze weer streken krijgen!

 

Geen categorie, Leven, Positive Thinking

De kracht van een lach

Wanneer ik lopend of fietsend door mijn woonplaats ga, kom ik onderweg vele mensen tegen. Het is een grote verscheidenheid aan mensen die me veelal laat glimlachen. Ik zie mensen die druk met elkaar in gesprek zijn, mensen die in zichzelf gekeerd zijn en niet opletten wat er om hen heen gebeurd. Maar er zijn ook mensen die ook een beetje oog hebben voor de wereld om hen heen. Ik vraag me dan wel eens af: kijk jij ook naar de andere mensen om ons heen zoals ik dat doe?

Wanneer ik iemand tegen kom, kun je in hun ogen soms zien wat er in hen om gaat of in ieder geval een glimp opvangen van hoe zij zich voelen. Wanneer iemand zich ogenschijnlijk niet fijn voelt, heb je dan wel eens iemand een glimlach ‘gegeven’? Gewoon even een kleine lach, een bemoediging voor de dag. Een klein momentje van contact, ik zie jou!

Ik blijf me verbazen over de reactie van mensen tegen wie ik glimlach of kort knik. Soms lijk ik verwarring te zien (huh, ken ik haar?), verbazing of zelfs wantrouwen (waarom lacht ze naar mij?!). Over het algemeen krijg ik een lach of knikje terug, maar daar doe ik het niet voor. Het gaat me er om dat ik mensen op dat moment echt even zie in plaats van dat ik op mijn smartphone staar of net doe alsof ik alleen op de wereld ben.

In mijn werk als leerkracht zag ik elke dag wat het met een kind doet wanneer je even, al is het maar kort, de tijd neemt om het kind echt te zien. Iedere morgen bij binnenkomst kreeg elke leerling een hand van me, maakte ik even oogcontact, glimlachte ik en zei ik iets persoonlijks tegen ze. Even contact, een momentje van: ik zie jou! Ga maar eens na wat het met je doet wanneer je het lijkt of niemand je écht ziet en hoe het zou zijn als iemand je elke dag echt zou zien en contact met je zou maken.

Daarom kijk ik om me heen, zie ik mensen, glimlach ik naar ze. Als ik met mijn glimlach de dag van één persoon wat mooier kan maken, dan is mijn dag geslaagd. Een glimlach is gratis en als bonus voel jij je ook lekkerder wanneer je een glimlach op je gezicht hebt (je schijnt positief te denken als je lacht!). Mijn ‘boodschap’ voor jou: kijk om je heen, heb oog voor je medemens ongeacht kleur, geslacht of culturele achtergrond. Laat iemand merken dat je hem of haar ziet: LACH!